Een laserbehandeling wordt toegepast als de spataders zich in een reeds gevorderd stadium bevinden (fase C2).

​

Bij deze behandeling wordt de spatader van binnenuit dichtgeschroeid met behulp van een laserdraad. De hitte van de laserdraad zorgt voor een opzettelijke beschadiging van de ader, die na enkele weken in littekenweefsel verandert. Het bloed zoekt vanzelf een ander bloedvat op richting het hart.

​

Naargelang uw persoonlijke situatie heeft de behandeling plaats onder lokale verdoving of onder volledige narcose.

​

De spatader wordt eerst afgetekend op het been. Dan prik ik de ader aan en breng ik een laserdraad in. Vervolgens spuit ik een soort koelvloeistof rond de ader om de laserdraad af te koelen. Indien de ingreep plaats vindt zonder volledige narcose, zorgt deze vloeistof ook voor de lokale pijnstilling.

​

De laserbehandeling voer ik uit in daghospitaal in het UZA te Edegem, AZ Klina te Brasschaat of AZ Rivierenland te Reet.

​

Na de ingreep krijgt u een steunkous en kunt u naar huis. Het is goed om na de behandeling in beweging te blijven.